VERZORGING

Standplaats
Een Ficus heeft behoefte aan veel zonlicht. Het liefst minimaal 5 uur direct zonlicht per dag. Dit krijgt hij door de plant direct voor het raam op het noorden, westen of oosten te plaatsen of 2-3 meter voor een raam op het zuiden. Wanneer deze kamerplant verder van het raam afstaat zal de groei stagneren en zal vallend blad minder snel vervangen worden. Ficussen worden (op)gekweekt onder gecontroleerd licht. Een overgang naar direct zonlicht kan hierdoor het blad doen verbranden. Plaats de planten daarom geleidelijk dichterbij het raam zodat de plant kan wennen aan direct zonlicht.

Water
De hoeveelheid water is afhankelijk van onder meer de temperatuur, grootte van de plant en lichtintensiteit. De vuistregel is: laat de grond tussen de watergiftbeurten door nét opdrogen. Geef pas opnieuw water op het moment dat de aarde tot diep in de pot droog aan begint te voelen. Vooral bij een nieuwe kamerplant is het van belang om in het begin regelmatig de vochtigheid te controleren, zodat het beter in is het schatten of de kamerplant de juiste hoeveelheid vocht krijgt. De grond moet al het vocht kunnen absorberen. Is de grond na 6 dagen nog steeds erg nat, dan krijgt de plant te veel water. Is de grond na 2 dagen al droog, geef dan iets meer water. Bij twijfel kan er beter minder water worden gegeven.

Een teveel aan water bij deze plant zal ervoor zorgen dat de onderste bladeren en stam gaan rotten. De plant zal dan uiteindelijk sterven. Geef bij twijfel daarom liever te weinig water dan te veel.

Sproeien
Sproei een Ficus regelmatig om stof te verwijderen en om spint te voorkomen. Een zomerse regenbui werkt nog veel effectiever. Compenseer de droogte wanneer de kachel aangaat in de winter door 2x per week te sproeien. Zodoende is het sproeien van de Ficus goed voor de vitaliteit en goed tegen ongedierte.

Voeding
De Ficus groeit redelijk langzaam en heeft over het algemeen weinig voeding nodig. Mocht je de plant voeding willen geven doe dit dan in het voorjaar. Afhankelijk van de dosering is maximaal éénmaal per één á twee maanden aan te bevelen. Je kan voor de Crassula het beste cactusvoeding gebruiken.

Snoeien
Het is mogelijk om de Crassula te snoeien, knip hiervoor de stam op de gewenste hoogte af. Vanaf het snoeipunt zal de plant niet meer verder groeien. In het groeiseizoen zal de Crassula niet zozeer de hoogte in willen gaan, maar eerder een boel zijtakken produceren.

Winterverzorging
Veel planten - en zo ook de Ficus - gaan vanaf de herfst langzaam in winterrust. Verminder vanaf die periode de watergift in de hoeveelheid water, en ook in de frequentie. De plant neemt in deze koudere seizoenen door een verminderde activiteit nog maar weinig water op. Een watergift eens in de twee weken is dan waarschijnlijk voldoende.

VERPOTTEN
Verpot een Ficus in de lente of direct na aanschaf. De lente heeft de voorkeur omdat de plant dan actief aan het groeien is en eventueel beschadigde wortels dan sneller herstellen. Herhaal dit proces om de 3 jaar, of eerder, als de pot te klein wordt. Een Ficus groeit meestal sneller na het verpotten. Stel het verpotten een jaar uit indien de kamerplant te groot wordt. Plaats deze kamerplant bij het verpotten in een pot die minimaal 20% breder is en gebruik normale potgrond of vulcaponics in combinatie met een watermeter.

Het is belangrijk om in de periode na het verpotten een Ficus niet te veel water te geven. Anders gaan de wortels te snel op zoek naar het water, terwijl ze eigenlijk eerst moeten herstellen.

VERMEERDEREN
Vermeerderen kan eenvoudig door stekken. Neem een kopstek in de lente. Spoel het sap van de wond en doop het stekje in stekpoeder. Vervolgens bij een minimale temperatuur van 22° graden laten wortelen in vochtige turf en zand. Om deze temperaturen te bereiken zonder de stookkosten te verhogen kan je een plastic zak om het stekje heen plaatsen. Doordat de lucht hier niet uit kan, wordt de temperatuur hoger.

ZIEKTES?
Wanneer de vloer onder een Ficus plakt, dan zijn waarschijnlijk ook de bladeren van de Ficus kleverig. Verschillende soorten luis scheiden een kleverige substantie af. Hoe eerder het ongedierte wordt bestreden, hoe groter de kans dat de kamerplant het zal overleven. Het is daarom belangrijk elke 3 maanden eens goed onder- en tussen de blaadjes te zoeken naar beestjes die er niet horen. In de zomerperiode is het mogelijk de Ficus in een zomerse regenbui af te spoelen. Op deze manier wordt ongedierte en stof in een vroeg stadium verwijderd. Pas hierbij echter op voor direct en fel zonlicht.

GIFTIG?
Ficussen zijn giftig. Het melkwitte sap dat vrijkomt na het snoeien is irriterend op een droge huid. Het eten van blaadjes door huisdieren en kinderen kan leiden tot bultjes op de huid.

WETENSWAARDIGHEDEN
De Ficus is een enorm divers genus. Er zijn talloze soorten die erg kunnen verschillen in uiterlijk. Je komt Ficussen dan ook over heel de wereld tegen. De soorten die verkocht worden als kamerplanten komen echter bijna allemaal uit de regenwouden van Zuid-Oost Azië.

De Ficus elastica, één van de soorten binnen het genus Ficus, geeft een wit latex af welke gebruikt werd en wordt voor de productie van rubber. Rubber van deze soort wordt echter in veel mindere hoeveelheden geproduceerd dan die van de soort Hevea brasiliensis, welke het grootste gedeelte van ’s wereld’s natuurrubber levert.

Alle Ficussen delen de eigenschap dat ze vijg-achtige vruchtjes maken, en die vruchten worden op een wel héél bijzondere manier bestoven. Ten eerste is het belangrijk om te snappen wat een vijg eigenlijk is, namelijk: heel veel vruchtjes bij elkaar in één omhulsel. Die knapperige stukjes waar je op bijt als je een vijg eet, dat zijn de zaadjes, en elk van die zaadjes zit in een minuscuul vruchtje op de binnenkant van de schil van de vijg. Voordat een vijg bestoven is, zit de binnenkant van de schil vol met ieniemienie bloemetjes. Maar hoe worden die dan bestoven, als de vijg helemaal dicht zit? Het verrassende antwoord is dat er gespecialiseerde wespen zijn die de Ficus hiermee helpen. De vrouwelijke wespen kruipen de vijg binnen door het kleine gaatje op de punt van de vijg. Helaas zitten daar haren op die ervoor zorgen dat de wesp er langs die weg niet meer uit kan. Eenmaal opgesloten in de vijg legt ze haar eitjes en bestuift ze de vrouwelijke bloemetjes. Daarna komen de wespeneitjes uit, en zowel mannelijke als vrouwelijke wespen komen tevoorschijn. De wespen paren met elkaar, en de mannetjes beginnen daarna met het graven van een tunnel, de vijg uit. Die is niet voor henzelf, aangezien alle mannetjes tijdens of kort na het graven van de tunnel het loodje leggen. De vrouwtjes echter, die bevrucht zijn en óók nog het pollen van de mannelijke bloemetjes op hun pootjes dragen, gebruiken deze tunnel om uit de vijg te ontsnappen en een nieuwe vijg te zoeken om hun eitjes in te leggen.

TEMPERATUUR
Middag: 15 ºC
Avond: 15 ºC